Fietsen 1600x400 header

Vitaliteit

Hoe houd je een regio als de Zuidwestelijke Delta leefbaar en vitaal? Het is een belangrijk thema voor HZ University of Applied Sciences. Vitaliteit is een veelomvattend begrip. Het onderzoek gaat over de vitaliteit van de ruim 380.000 inwoners in Zeeland, maar ook van de miljoenen gasten die dit gebied elk jaar bezoeken.

Daarnaast richt het praktijkgericht onderzoek zich op hoe je vitale wijken, vitale dorpen en steden en vitale economische entiteiten, zoals bedrijven, krijgt en behoudt. Brede welvaart is een centraal begrip in het onderzoek op het gebied van vitaliteit.

Lees meer

Kenniscentra & lectoraten

Er zijn op de HZ meerdere lectoraten en kenniscentra die onderzoek doen op het gebied van vitaliteit

Projecten die zijn verbonden aan het thema vitaliteit

Studenten Hz2

Sociale theorie van een duurzame; samen lerende maatschappij

Mensen en hun omgeving worden in de sociale theorie centraal gesteld. Op individueel-niveau streeft een mens naar een acceptabel niveau van leven. Wat precies acceptabel is verschilt per individu en kan ook in de loop der tijd, bijvoorbeeld door ouderdom of ziekte, aan verandering onderhevig zijn. Op maatschappij-niveau streven we naar een welvarende maatschappij. Welvarendheid is een breed begrip. Het kan slaan op economische voorspoed, maar ook op een prettig leefklimaat en een rijk sociaal en cultureel leven. Mensen zijn sociale wezens die bereid zijn elkaar te helpen. Door effectieve samenwerking is de mens uitgegroeid tot de succesvolste soort op aarde. (Succesvol in de zin van overleven en ontwikkeling, niet noodzakelijk in het succesvol beheer van schaarse middelen.) Helpen zit in ons bloed, enerzijds doordat helpen zin geeft aan het bestaan, wat een positieve uitwerking heeft op de mentale toestand en emoties van een mens, anderzijds heeft helpen ook een wederkerig, berekenend element in de zin van dat geven impliceert krijgen en vice versa. Mensen kunnen soms hulp gebruiken om op eigen kracht vervolgens de weg naar boven weer te vinden. Maar hulp krijgen impliceert dat mensen op e.o.a. wijze verbonden moeten zijn met mensen en instanties in de maatschappij. Verbondenheid is hierbij een kernbegrip. Kort gezegd, men moet verbonden zijn om hulp te krijgen en indien mogelijk te geven. Nauw verwant aan het begrip verbondenheid zijn de begrippen bewustwording en vertrouwen. Deze laatste twee zijn voorwaardenscheppend voor het realiseren van verbondenheid, wat een connotatie heeft van elkaar begrijpen en de wens om in gezamenlijkheid te acteren. Wederzijdse facilitatie uitgedrukt in verbondenheid is van essentieel belang voor een welvarende maatschappij waarin mensen op een acceptabel niveau kunnen leven. Mensen zijn in netwerken verbonden, zowel impliciet, zoals in families en expliciet op basis van gemeenschappelijk doelstellingen of interesses. Hoe meer overlappende netwerken, hoe groter de sociale cohesie. De overheid kan een actieve rol spelen in netwerkvorming door de juiste voorwaarden te scheppen dat netwerken ontstaan en in stand blijven en met name die netwerken die de sociale en culturele identiteit versterken, wat noodzakelijk is voor het in stand houden van een maatschappij. Continue dialoogMensen, overheid en organisaties hebben een gezamenlijke opdracht om voortgang te brengen in maatschappelijke vraagstukken. Dit vereist een dialoog met alle betrokken om elkaars doelstellingen, mogelijkheden en onmogelijkheden te kennen en te waarderen. Het continu in dialoog gaan is een cyclisch proces van gezamenlijk opvolging geven aan, stimuleren van en uitvoeren van initiatieven, bewegingen en projecten, gezamenlijk leren uit processen en kaders stellen voor nieuwe initiateven, bewegingen en projecten. Anders gesteld, beleid geeft richting aan uitvoering, en uitvoering geeft richting aan beleidvorming. Op deze wijze worden maatschappelijke initiatieven verbonden met beleid-ontwikkeling en uitvoering. Er is dan ook geen sprake van burger- of overheidsparticipatie noch van een bottom-up of een top-down aanpak, maar een gezamenlijke ontwikkeling waarin inwoners, overheid en bedrijfsleven gefaciliteerd door onderwijs en onderzoek een natuurlijke rol hebben te spelen. Het doel is een duurzaam proces te maken in de zin dat wij-zij tegenstellingen (bijvoorbeeld overheid versus burger) worden omgebogen naar een door-ons houding en dat gezamenlijk wordt geleerd van elkaars inbreng en expertise. Visualisatie van de sociale theorie van de duurzame, samen lerende maatschappij (pdf). Cyclisch procesDit cyclische proces noemen we de sociale theorie van de duurzame, samen lerende maatschappij, weergegeven in het bovenstaande figuur. (Er is niets zo praktisch als een goede theorie. Kurt Lewin). De sociale theorie en de houding en vaardigheden die hierbij horen vormen het fundament voor scholing, een vak op zich. UitvoeringVoor het nader detailleren van de sociale theorie wordt gestart met de grote, blauwe cirkel genaamd Uitvoering. Het uitgangspunt is de maatschappelijke uitdaging, bijvoorbeeld op het gebied van welzijn, wonen en zorg. Kenmerkend van een maatschappelijk uitdaging is dat het een zogenaamd “wicked” probleem is, een probleem dat niet eenduidig benoemd kan worden en een probleem met veel betrokkenen die ieder hun eigen kijk hebben op de zaak. Door een proces van kritische (zelf-)reflectie wordt in gezamenlijkheid de grenzen en aannames van ieders kijk op het probleem verkend. Vervolgens wordt gereflecteerd over elkaars inbreng, d.w.z. reflectie over reflectie (= meta-reflectie) en worden oplossingsrichtingen onderzocht die passen binnen het gegeven operationele afwegingskader. Het gezamenlijke reflectieproces leidt van bewustwording in elkaars rol - de mogelijkheden maar ook de onmogelijkheden die een rol met zich meebrengt - via vertrouwen naar uiteindelijk verbinding. Die laatste twee stappen zijn een kwestie van de lange adem. Het kost tijd om vertrouwen te winnen en tot een duurzame verbinding te komen. Dit kan niet alleen met woorden, maar zal moeten worden aangetoond in daden. Het gezamenlijk uitvoering geven aan initiatieven, bewegingen en projecten verschaft hiervoor de voedingsbodem. Brede dialoogMet de uitvoering van initiatieven, bewegingen en projecten wordt een dubbelslag geslagen. Enerzijds wordt vooruitgang gebracht in een maatschappelijke uitdaging en anderzijds geeft het inzicht in wat voor samenleving we als samenleving willen zijn, d.w.z. onze gedeelde sociale en culturele uitgangspunten, maar ook het respect voor onze niet gedeelde uitgangspunten. Deze inzichten vormen de basis voor het voeren van een brede dialoog (bruine reflectie cirkel). De uitkomst van breed gevoerde dialogen zijn ethische uitgangspunten: wie zijn we en wat doen we? Door de brede dialoog te baseren op concrete resultaten wordt gereflecteerd op meta-reflecties (= meta-meta-reflectie), wat neerkomt op het vertalen van geleerde lessen naar ethische uitgangspunten. Merk op dat In de praktijk deze dialoog zelden wordt gevoerd, laat staan op een gestructureerde wijze met duidelijke doelstellingen en eerder gedeelde inzichten. Democratisch procesDe ethische uitgangspunten geven mede sturing aan het democratisch proces (gele cirkel) waar uitgangspunten worden getransformeerd naar beleid in de vorm van een strategisch afwegingskader. Op gemeentelijk niveau wordt het democratisch proces uitgevoerd door de gemeenteraad. In de sociale theorie worden de drie taken van de gemeenteraad nader geduid: representatie van de samenleving (in de vorm van ethische uitgangspunten op basis van gewenste stappen die als samenleving worden genomen), maken van beleid (in de vorm van strategisch afwegingskader) en het controleren of het beleid goed wordt uitgevoerd (een sluitende PDCA cyclus, niet getoond in bovenstaande weergave, maar is wel onderdeel van de sociale theorie). Strategisch procesHet strategisch afwegingskader verschaft de bewegingsruimte voor de vertaling naar een operationeel afwegingskader (rode strategie cirkel). Dit proces is op gemeentelijk niveau belegd bij het college van burgemeester en wethouders. Het operationeel afwegingskader geeft richting aan de uitvoering van initiatieven, bewegingen en projecten. En hiermee is de cirkel rond. Sturen op ethische uitgangspuntenUitgangspunten en kaders zijn niet in beton gegoten. In de praktijk zal blijken dat op sommige beleidsterreinen juist meer en op andere juist minder ruimte moet worden gegeven. In essentie wordt met de sociale theorie gestuurd op het continu herijken van ethische uitgangspunten; wie zijn we en wat doen we? Met deze focus wordt een duurzaam proces in stand gehouden waarin op basis van reflectie optimaal gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise: de duurzame, samen lerende maatschappij. Essentieel hierbij is dat in de uitvoering de eerder genoemde dubbelslag wordt geslagen. Iedere uitvoering biedt of zou de mogelijkheid moeten bieden om in gezamenlijkheid te werken aan de onderlinge verbinding en daarmee uiteindelijk te bepalen wie we zijn en wat we doen.

Wereldbol

We Got to Move

Het thema van dit verhaal is dat we in beweging moeten komen. De wereld om ons heen verandert. Wij, als leden van een bepaalde samenleving, hebben geen andere optie dan ons aan te passen en veranderende omstandigheden en overtuigingen onder ogen te zien. Neem bijvoorbeeld de klimaatverandering die de komende decennia waarschijnlijk een grote invloed op ons leven zal hebben. Het is goed onderzocht en algemeen aanvaard dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door uitputting van natuurlijke hulpbronnen zoals olie, gas en kolen. Maar niet iedereen is het daarmee eens. Er zijn leiders die de theorie van door de mens veroorzaakte klimaatverandering afdoen als een waanidee en beweren dat klimaatverandering natuurlijke oorzaken heeft. Toch moet de hele wereld iets doen, want soorten worden met uitsterven bedreigd en sommige mensen hebben al te maken met levensbedreigende omstandigheden zoals overstromingen, bosbranden en watertekorten. We moeten in beweging komen en we moeten dit collectief doen met een gemeenschappelijk doel. Anders zullen de door de klimaatverandering veroorzaakte problemen in de toekomst oncontroleerbaar zijn. In het aanpassingsproces moeten offers worden gebracht om onze voetafdruk te verkleinen. Niet iedereen is bereid die prijs te betalen, waardoor het proces van meet af aan gedoemd lijkt te mislukken: te weinig, te laat. Wat kunnen we doen om adequaat te handelen? Klimaatverandering is natuurlijk een groot, zogenaamd wicked problem. Kwaadaardige problemen hebben verschillende kenmerken gemeen, waaronder de volgende:oorzaken en gevolgen van een probleem worden niet goed begrepen of zelfs ontkend;belanghebbenden hebben verschillende waarden en meningenhet is doorgaans onduidelijk welke maatregelen moeten worden genomen. Andere 'wicked problems' zijn geopolitieke conflicten die massa-immigratie veroorzaken, dure en ontoereikende gezondheidszorg, armoede en andere vormen van sociale onrechtvaardigheid. Deze wereldwijde wicked problems kunnen niet gemakkelijk worden opgelost. Dit betekent echter niet dat wij er niets aan kunnen doen. Wij willen een boodschap van hoop uitdragen. De stelregel is: denk globaal, handel lokaal. De in dit boek besproken sociale theorie van een duurzame, samenwerkende lerende samenleving biedt een manier om dat te doen. De sociale theorie kan worden beschouwd als een sociaal innovatieproces waarmee aantoonbaar wenselijke en cultureel haalbare veranderingen kunnen worden doorgevoerd, waardoor wordt gegarandeerd dat deze veranderingen een blijvend effect zullen hebben. Dit kan lokaal beginnen, maar heeft het potentieel om uit te breiden naar een veel grotere reikwijdte. De titel van dit (online) boek - We got to move - is geïnspireerd op het spirituele lied You gotta move. Formeel gezien zou de zin - We got to move - geschreven moeten worden als: We moeten bewegen.

Tourism Management CTA 1920 x 400

FACET

Het Interreg 2 Zeeën-project FACET wil ondernemers in de toeristische sector stimuleren om circulaire oplossingen toe te passen binnen hun bedrijf om zo nieuwe, duurzame verdienmodellen te creëren. Met een consortium van projectpartners uit België, Engeland, Frankrijk en Nederland wordt geëxperimenteerd met circulaire toepassingen op het gebied van accommodatie, afvalvermindering en circulaire bedrijfsvoering. De 2 Zeeën-regio is van oudsher een toeristische bestemming. De sector heeft dan ook een sterke impact op de regionale economie. Volgens de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN neemt het toerisme in deze regio met 5 tot 8 procent toe. Het toerisme brengt echter ook een massaal verbruik van grondstoffen met zich mee. Dit kan in de periode 2010-2050 wereldwijd met 92% (water) en 189% (landgebruik) toenemen (Tourism Watch) en zet druk op de toch al beperkte grondstoffen in de regio waar industrie, landbouw en toerisme al met elkaar concurreren. Het is duidelijk dat we een circulaire oplossing moeten vinden om ervoor te zorgen dat het toerisme economisch rendabel blijft. FACET ontwikkelt lokaal praktische, laagdrempelige en kleinschalige pilot- en demonstratieprojecten om ondernemers te helpen praktische kennis en ervaring op te doen om circulaire bedrijfsmodellen te maken. FACET levert expertise en ondersteuning bij het opzetten van deze pilots.SamenwerkingsverbandenTegelijkertijd worden lokale en regionale samenwerkingsgroepen opgezet tussen bedrijven binnen en buiten de toeristische sector, toeleveranciers en ketenpartijen. De samenwerkende partijen worden versterkt door het betrekken van lokale overheden, financiers en eindgebruikers (toeristen en bewoners). Door overheden te betrekken wordt gezocht naar manieren om binnen bestaande regelgeving gezamenlijk uitdagingen aan te pakken. Ook wordt gezocht naar passende financieringsconstructies voor de realisatie van circulaire concepten. Deze samenwerking is een zekere manier om de introductie van circulariteit te vergroten. Hoewel de eindgebruikers van het toeristische product niet bij de proefprojecten worden betrokken, zullen zij door de demonstraties het meeste profijt hebben en de kwaliteit van hun ervaring en beleving van het gebied waarborgen.Kennis delenBewustwording van bedrijven in de toeristische sector over de circulaire economie, nieuwe businessmodellen en andere vormen van samenwerking is een belangrijk thema binnen het project. Opgedane best practices worden dan ook regionaal en internationaal gedeeld en uitgewisseld. Hiermee wordt praktische kennis opgebouwd en worden ondernemers ondersteund bij de omschakeling naar een circulaire bedrijfsvoering en circulair verdienmodel. Het FACET-project draagt bij aan het stimuleren van toeristische ondernemers om circulaire toepassingen te ontwikkelen en te benutten.

Zeeland duinpad en zee

SAIL

Kustregio's in het 2 Zeeën-gebied hebben te maken met specifieke uitdagingen in verband met de vergrijzing, aangezien zij geconfronteerd worden met een bijzondere mix van vergrijzende mensen. Dit omvat niet alleen lokale ouderen, maar ook de instroom van ouder wordende nieuwkomers en bezoekers met een stijgende gemiddelde leeftijd. Aangezien deze bevolking de gezondheidszorg en de sociale zekerheid onder druk zet, is het essentieel dat zij in staat wordt gesteld langer actief en zelfstandig te blijven, hun welzijn en levenskwaliteit te verbeteren om de kosten en de druk op de zorgstelsels te verminderen. Algemene doelstellingZoals gezegd is het doel ouderen te helpen actief en zelfstandig te blijven. Anders dan de huidige, monodisciplinaire aanpak, zal SAIL een sociaal innovatieproces van co-creatie introduceren om nieuwe partnerschappen en mogelijkheden te identificeren, met name in onwaarschijnlijke combinaties tussen verschillende sectoren, om nieuwe, duurzame bedrijfs- en dienstverleningsmodellen te ontwikkelen die actief ouder worden aanmoedigen. Belangrijkste resultaten10 proefprojecten in de partnerregio's rond twee thema's (beweging en welzijn), die tot stand komen via sociale innovatie en met de actieve deelname van ouderen en dienstverleners (waaronder bedrijven, lokale overheden en zorgverleners), op basis van specifieke behoeften van ouderen en door te kijken naar het lokale potentieel in de regio. Door de proefactiviteiten zullen de ouderen actiever, gezonder en onafhankelijker worden, maar ook gecoacht worden in sociale innovatieprocessen, wat bijdraagt tot een grotere onafhankelijkheid en een duurzaam proces.Het gezamenlijk opzetten en monitoren van de pilots en de daaruit voortvloeiende haalbaarheidsanalyse zal de robuustheid van de oplossingen waarborgen, d.w.z. hun bijdrage aan gezond ouder worden en het bereiken van levensvatbare bedrijfs- en dienstenmodellen, maar ook de weg vrijmaken voor implementatie op grotere schaal. Grensoverschrijdende aanpakDe gezamenlijke ontwikkeling van de pilots: in WP3 zullen de projectpartners gezamenlijk bepalen hoe ze de pilots opzetten en implementeren. Hoewel de daadwerkelijke implementatie lokaal zal plaatsvinden, wordt het hele proces geïnformeerd door het gezamenlijke werk van de partners. Intercollegiale toetsingen en bezoeken ter plaatse zullen dit proces verdiepen (WP1, 2, 3).De monitoring en de gezamenlijke evaluatiemethode plaatsen de individuele ervaringen in een grensoverschrijdend perspectief. In de haalbaarheidsstudie wordt specifiek gekeken naar elementen die de weg vrijmaken voor een grootschalige implementatie in het hele 2 Zeeën-gebied.Bij de overdracht van de resultaten en de kennis naar volggemeenschappen en via netwerken zal bijzondere nadruk worden gelegd op de grensoverschrijdende elementen.Ten slotte is het project al gebaseerd op een duidelijk grensoverschrijdend element door gebruik te maken van de kennis die is opgebouwd in SUSTRIP (HZ) en Destination FeelGood (BU) en deze over te dragen.

Header Social Work 2

Zeeuwse Praktijkroute Ouderenzorg (ZPO)

De HZ University of Applied Sciences is betrokken met het lectoraat Healthy Region als evaluatiepartner. Het lectoraat brengt de meerwaarde van de ZPO-opleiding in kaart. Tevens is de hbo-verpleegkundeopleiding van de HZ betrokken binnen de ZPO. Verpleegkundestudenten worden in de verschillende ouderenzorgorganisaties uitgedaagd om met andere (aankomende) professionals vraagstukken op te lossen in de vorm van een leergemeenschap. Binnen de leergemeenschappen worden studenten van Zorg en Welzijn van zowel Scalda als HZ, evenals andere studenten die een link hebben met de leergemeenschap betrokken. De intentie van de leergemeenschappen is om aankomende professionals van diverse opleidingsniveaus samen met zorgprofessionals, cliënten en/of familie aan de hand van real life cliëntenproblematiek te laten leren. Het gezamenlijke doel hierbij is om interprofessioneel samenwerken te bevorderen en samen kennis te delen en ontwikkelen. Dit draagt bij aan het individuele leerproces van elk betrokken individu en leidt tot een leven lang leren. Tevens is het doel dat deze leergemeenschap bijdraagt aan kwaliteitsverbetering binnen de organisatie. De leergemeenschap is bedoeld om studenten beter voor te bereiden op het werk in de praktijk, professionals een leven lang te laten leren en de kwaliteit van zorg permanent te verbeteren. De partners kiezen voor co-creatie tussen onderwijs en zorgaanbieders, zodat het onderwijs nauw aansluit op vragen vanuit de praktijk. Studenten brengen de leerstof direct in de praktijk en plaatsen het geleerde meteen in een passende context. Verder blijven docenten bij in hun vakgebied door de interactie met de dagelijkse praktijk en zien cliënten en familie dat hun actuele vraagstukken worden opgepakt en mogelijk opgelost.