Oosterscheldekering 1

Projecten & Publicaties

Zoek hier naar onderzoeksprojecten en publicaties van de lectoraten en kenniscentra van de HZ.

Filters

Type

Thema's

106 resultaten

Pagina 1 van 11

Ecomare venusschelp

Alternatieve perceelgebonden schelpdierkweek

Met dit project willen Stichting Zeeschelp, Meromar Zeeland, en de HZ University of Applied Sciences een totaalconcept ontwikkelen als blauwdruk voor duurzame perceel gebonden kweek van tapijt- en venusschelpen.

Hiertoe zullen de projectpartners al het benodigde onderzoek en ontwikkelwerk verrichten om duurzame perceel gebonden tapijt- en venusschelpkweek in Nederland op korte termijn commercieel mogelijk te maken. Onderzoek en ontwikkelingen zullen betrekking hebben op alle verschillende fases van het kweek-, oogst- en verwerkingsproces; van de conditionering van ouderdieren tot de oogst en de verwerking van streekgebonden tapijt- en venusschelpen.

De blauwdruk voor kleinschalige en duurzame kweek van tapijt- en venusschelpen zal bestaan uit enerzijds de benodigde kennis over de optimale kweek van de schelpdieren, en anderzijds uit verschillende ontwikkelingen ten behoeve van de kweek, oogst, en verwerking.

Conditioneren
Werkzaamheden beslaan het hele proces van kweek tot verkoop van tapijt- en venusschelpen en bestaan onder andere uit het conditioneren en paairijp maken van volwassen schelpdieren, testen van gunstige kweekomstandigheden voor larven en broed, het monitoren van verdere groei tot aan het testen van sorteren en verpakken van de schelpdieren.

De bevindingen zullen na afloop van het project, naar verwachting in december 2024, bekend worden gemaakt onder andere op de website van HZ University of Applied Sciences gepubliceerd worden. Hier blijven de resultaten vindbaar tot ten minste 5 jaar na afloop van het project. Tevens zijn de bevindingen van dit project op aanvraag kosteloos beschikbaar voor alle ondernemingen die in de betrokken sector of subsector actief zijn.

Het project is medegefinancierd door Subsidieregeling Duurzame Visserij en Aquacultuur (SDVA).

DOW Terneuzen

AquaSPICE

De onderzoeksgroep Water Technology is partner in het Horizon 2020 programma van de Europese Unie voor het onderzoeksproject AquaSPICE. AquaSPICE richt zich op het bevorderen van de duurzaamheid van procesindustrieën door middel van digitale en circulaire innovaties op het gebied van watergebruik.

In de meeste industrieën wordt water gebruikt tijdens de productieprocessen. Naar schatting wordt 20% van alle zoetwaterverbruik wereldwijd door de industrie gebruikt. Innovatie in waterbehandeling kan voor belangrijke industriële watergebruikers gesloten kringlopen tot bijna 100% efficiëntie brengen door terugwinning en hergebruik van hulpbronnen.

Waterschaarste is een werkelijkheid voor sommige locaties van Dow in Europa. Dow zoekt naar mogelijkheden om de zoetwaterinname in de verschillende productielocaties te verminderen door waterstromen te hergebruiken. De waterstromen zullen worden behandeld met technologieën om ze opnieuw in de processen te kunnen gebruiken. Daarom zal een proef worden uitgevoerd met containers met verschillende waterbehandelingstechnologieën.

De pilot wordt uitgevoerd bij Dow Terneuzen, Dow Böhlen en BASF Antwerpen. Op elke locatie zullen verschillende waterstromen met verschillende behandelingen worden getest. Deze case study is een samenwerking tussen Dow (Terneuzen en Böhlen), Universiteit Gent, Evides Industriewater, RWTH Aachen University en HZ University of Applied Sciences.

Daarnaast zal de nadruk liggen op intelligent waterbeheer. Er zal een cyberfysisch watersysteem worden gecreëerd met een meetnetwerk van real-time sensoren en er zal een model worden geconstrueerd waarin beslissingen kunnen worden genomen.

Hans Cappon, Emma McAteer en Lies Hamelink, van de onderzoeksgroep Watertechnologie, werken mee aan het AquaSPICE-project. Zij zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van het operationele werk van de pilots bij Dow Terneuzen en Dow Böhlen en nemen deel aan de gegevensanalyses en de evaluatie van de resultaten.

Building with Nature header

Buitendijkse Maatregelen

Maatregelen langs de rivier
Binnen de Westerschelde is er behoefte aan natuurcompensatie als gevolg van het uitbaggeren van de Schelde. De provincie Zeeland heeft besloten natuurwaarde toe te voegen aan Baalhoek en Knuitershoek door gebieden met een lage stroomsnelheid te creëren. Met de verandering in stroomsnelheid zal ook de sedimentatie- en erosiesnelheid veranderen, waardoor een nieuwe dynamiek in het onderzoeksgebied ontstaat.

Het project "Buitendijkse Maatregelen" zal worden gebruikt als een monitoringprogramma gericht op ecologische veranderingen en veranderingen in de hydraulica. Het belangrijkste doel is om de juiste belanghebbenden te kunnen voorzien van ruimtelijke patronen op basis van morfologische informatie (sedimenthoogte). Op basis van deze informatie kunnen de projectteams bepalen of de gewenste sedimentatiesnelheid al dan niet is bereikt en of zij veranderingen kunnen aanbrengen om deze snelheid te bereiken. Binnen dit onderzoeksproject zijn de belangrijkste vragen die we proberen te beantwoorden:

  1. "Wat is de sedimentatiesnelheid in het projectgebied en de gebieden eromheen?
  2. 'Welke processen bepalen de sedimentatiesnelheid binnen deze gebieden?'
  3. Hoe kan de sedimentatiesnelheid worden beïnvloed, indien de huidige snelheid niet aan de gewenste voorwaarden voldoet?".
Zand close up

C-SCAPE-

De smalle strook strand en duinen vormt een belangrijk onderdeel van de kustbescherming in de hele wereld. Toch vormen ze slechts ongeveer 4% van de totale landoppervlakte van de aarde. Zij beschermen het achterland tegen overstromingen, zorgen voor filtratie en opslag van zoet water en voegen unieke wetlands en landschappen toe die veel toeristische en recreatieve functies vervullen. Deze gebieden zijn echter van jaar tot jaar aan steeds grotere erosie onderhevig. Daarom zullen innovatieve maatregelen in het kader van Building with Nature en Living Shorelines worden toegepast om de erosie een halt toe te roepen.

De voorgestelde oplossing is de toevoeging van zandsuppleties aan gebieden met een hoge erosiesnelheid. Het volume van de suppleties wordt bepaald door de erosiesnelheid te voorspellen op basis van de huidige kennis die door monitoring is verkregen. Twee grootschalige suppletieprojecten zijn opgezet (Zandmotor en Hondsbossche Duinen) en vormen de proeftuinen voor het project C-SCAPE. Onderzoek naar natuurlijke en antropogene drijfveren van het kustlandschap is de sleutel tot gegevens van hoge kwaliteit over erosie en effectiviteit van de zandsuppleties. Naast het uitvoeren van fysische experimenten zal op de twee locaties ook rekening worden gehouden met maatschappelijke factoren.

Het doel van C-SCAPE is de ontwikkeling van de kennis en instrumenten die nodig zijn om de haalbaarheid en de voordelen van zandstrategieën voor de aanpassing aan het klimaat aan de kust te beoordelen.

7 Cbci Projecten

CBCI - Circular Bio-based Construction Industry

Gemeenschappelijke uitdaging
De bouwsector is een grootverbruiker van hulpbronnen: 30-50% van alle in Europa gebruikte materialen gaat naar de bouw. Tussen 2003 en 2011 werd in de EU jaarlijks ongeveer 1200-1800 megaton aan bouwmaterialen gebruikt, die jaarlijks 33% van de totale CO2-uitstoot veroorzaken. De gebruikte componenten en materialen zijn echter vaak niet aanpasbaar tijdens hun gebruiks- en levenscyclus, omdat de meeste bouwprojecten nog steeds lineair worden ontworpen, waardoor hergebruik moeilijk is en de hulpbronnenefficiëntie dus laag. Ondanks de wens van de EU om van lineaire naar circulaire systemen over te stappen, zijn toepasbare circulaire benaderingen schaars. Vooral die welke de technische en biologische cyclus koppelen aan een integrale benadering van sectorale aspecten: techniek, economie & financiën en kader & regelgeving. Om verandering naar een integrale circulaire biogebaseerde aanpak in de bouwsector mogelijk te maken, zijn nieuwe rollen van belanghebbenden in de bouwsector nodig (fabrikanten, bouwers, beleidsmakers, investeerders, aannemers & eindgebruikers).

Algemene doelstelling

De algemene doelstelling van CBCI is het opzetten van de basis voor de circulaire biogebaseerde bouwsector om een integraal onderdeel te worden van de bouwmarkt in het 2 Zeeën gebied. In dit project stellen we de bouwsector niet alleen in staat om een integrale (proces)aanpak voor circulair bouwen te hanteren, maar ook om biobased materialen in een circulaire context voor gebouwen (koppeling technische en biologische cyclus) te gebruiken voor gebruik en levenscyclus (ontwerp, productie, gebruik, onderhoud en hergebruik). CBCI wil ook verandering teweegbrengen in de financiering & bekostiging van circulaire projecten, circulatievriendelijke aanbestedingen bevorderen, het regelgevingskader aanpassen en de (toekomstige) professionals voorbereiden op circulair werken.

Deze integrale aanpak zal een nieuwe tak van de bouwsector ontwikkelen en versterken en het gebruik van niet-duurzame hulpbronnen (materialen, energie) terugdringen, de hoeveelheid afval en CO2-uitstoot verminderen en het gebruik en hergebruik van hulpbronnen in de bouwsector vergroten.

Resultaten

Dankzij de integrale aanpak van CBCI zullen diverse outputs worden geproduceerd die een breed effect op de sector zullen hebben. Er zullen drie white papers worden gepubliceerd om de belanghebbenden die verantwoordelijk zijn voor financiering en financiering, voor het regelgevingskader (beleidsmakers) en voor aanbestedingen te beïnvloeden, met als doel de verschuiving naar meer circulariteit voor professionals te vergemakkelijken door een stimulerende omgeving. Professionals zullen ook profiteren van een praktische gids en een haalbaarheidsstudie, als instrumenten om hen te begeleiden bij circulaire bouwprojecten, in elke fase van het proces. Het project zal ervaring en kennis verzamelen door middel van living-labs, die als proof of concept van circulaire biogebaseerde bouw (CBC) zullen blijven, en als grensoverschrijdende onderwijsmodellen zullen dienen. Naast deze fysieke belichamingen zal CBCI lesmateriaal ontwikkelen voor professionals en studenten dat de nodige kennis zal verschaffen aan (toekomstige) professionals om de lineaire bouwbenadering te vervangen voor een circulaire.

Grensoverschrijdende aanpak

Ten eerste is een grensoverschrijdende aanpak nodig omdat circulair biobased bouwen nog maar net begonnen is. Geen van de regio's beschikt al over alle kennis, ervaring en faciliteiten op dit gebied. Om de invoering van CBC te versnellen, is uitwisseling nodig. Kennis van technische aspecten van biogebaseerde materialen en procesbeheer is vooral beschikbaar in de universiteit van Bath in het VK, terwijl pilots in het VK, NL en BE daar behoefte aan hebben. Evenzo is kennis over biogebaseerde bouwmaterialen, procesbeheer en bedrijfsmodellen beschikbaar in BE en NL, terwijl alle gebieden daarvan kunnen leren. Ook kan de hele regio via waarnemer Cd2e profiteren van het sterke netwerk van kleine en middelgrote ondernemingen in FR die ervaring hebben met afvalverwijdering. Ook is grensoverschrijdende samenwerking nodig om een kritische massa van hernieuwbare, biogebaseerde, materialen te bereiken om de ontwikkeling van biogebaseerde elementen aan te pakken. Ten slotte verruimt de vergelijking van grensoverschrijdende gevallen het leerproces. Er kunnen algemene patronen worden vastgesteld die anders onopgemerkt zouden blijven.

Industrie

Circulair onderhoud in de maintenance- en procesindustrie

Via praktijkonderzoek en demonstraties wordt gezocht naar innovatieve oplossingen voor praktische vraagstukken, zoals het voorkomen van reparaties en duurzaam hergebruik van apparatuur. Er wordt gekeken naar hergebruik van elektromotoren en transformatoren bij het vernieuwen van installaties, het delen van weinig gebruikte onderhoudstools en nieuwe reinigingstechnieken die afvalwater en het gebruik van chemische producten drastisch doen verminderen.

Verder worden nieuwe, circulaire verdienmodellen ontwikkeld voor de onderhoudsbranche van de procesindustrie. Telkens staat de vraag centraal of een oplossing ook economisch levensvatbaar en praktisch uitvoerbaar is voor ondernemingen.

Het project is gefinancierd binnen het Interreg V-programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Current Student Assignments

Here you can find a selection of student assignments on offer in the Water Technology field for Internship, Minor and Graduation. These assignments could be set directly by HZ Water Technology or another organisation who we work closely with. Please contact the relevant contact person named in each assignment for more specific information.
Banner Iknowhow 1

DZH Overleven met kanker

Het project ‘Overleven met Kanker’ wil bijdragen in de ontwikkeling van de eigen kracht van mensen die kanker krijgen door naar de kwaliteit van de informatievoorziening te kijken. Goede informatie op het goede moment, op de goede manier gebracht en met de goede inhoud helpt mensen om met kanker om te gaan, zowel psychisch, lichamelijk als sociaal.

De groep focust daarbij op vier onderwerpen:

  1. De patiënt meer centraal stellen in het zorgpad door de ervaringen van patiënten een plek te geven;
  2. Mensen die zelf kanker hebben gehad (ervaringsdeskundigen) een rol geven in het andere mensen leren omgaan met kanker (copingstrategieën bij mensen);
  3. Ontsluiten en up to date houden van een sociale kaart met wat er is in Zeeland op het gebied van kanker te vinden is, zowel voor mensen die kanker hebben, hun naasten en professionals;
  4. Informatie over handelingsperspectieven voor patiënten via deze kennisbank ontsluiten.
Containers

Dare2Connect

‘Dare2Connect - Transparancy in shipping cost and Carbon Footprint’ onderzoekt het duurzamer en efficiënter inrichten van het containertransport. Het doel is om inzicht te krijgen in de randvoorwaarden en kennis op te bouwen over de succesfactoren. HZ University of Applied Sciences, HelloContainer, Dacomex, iSHARE/UC Groep en Zeeland Connect zijn de projectpartners.

De opkomst van digitale, logistieke platformen is een gamechanger voor bestaande partijen in de transportmarkt. Online platforms maken de transportmarkt transparant door het bundelen van vraag en aanbod. Daarmee wordt beschikbare capaciteit in de markt beter benut en dalen de kosten en prijzen in de keten. Anderzijds bundelt een online platform de vraagzijde van de markt en zorgt het ervoor dat aanbieders een groter aantal potentiele klanten bereiken. Online platforms zijn disruptief omdat ze gebruikers op basis van geavanceerde technologie en data individueel en op maat bedienen – aangeduid als een user-centric approach – en daarmee bestaande partijen die daar nu in actief zijn verdrijven en op basis van data nieuwe diensten en businessmodellen ontwikkelen. Bedrijven als Bol.com, Zalando, Amazon, Booking en Uber zijn bekende voorbeelden van succesvolle platformen.

Innovatief

In transport en logistiek hebben digitale, logistieke platformen zich tot nu toe vanwege de complexiteit van de logistieke keten beperkt tot een deel van de keten (port-to-port: van haven naar haven) of tot een gespecialiseerde deelmarkt (containerwegvervoer).

Dit project wil een stap verder gaan en de logistieke exportketen van ‘door-to-port’ digitaliseren en exporteurs via een online portal de logistiek laten boeken en managen. Hierbij is het uitgangspunt dat een verlader een optimale keuze voor zijn containertransport kan maken op basis van kosten, efficiency en milieueffecten van zijn transport.

Boekingsplatform

De ontwikkeling van een innovatief boekingsplatform voor containerlogistiek in Zeeland draagt bij aan een progressieve reactie op de huidige uitdagingen. Naast het optimaliseren en verduurzamen van de logistiek in de sector in Zeeland draagt dit project bij aan een bredere digitale transformatie. Naarmate de digitalisering voortschrijdt ontstaan er nieuwe kansen voor bedrijven. Zij maken gebruik van instrumenten voor dataverzameling en -analyse om gelijke tred te houden met de evolutie van de sector. Het innovatief omgaan met technische innovaties en het samenbrengen van ontwikkelingen zorgt dat het domein van het kennis- en innovatienetwerk Havens en Logistiek niet alleen digitaliseert, maar zich aanpast om mee te kunnen ontwikkelen in een digitale wereld. Op deze manier heeft het project impact op de digitale transformatie van de afnemers én de sector. Dit maakt de sector in Zeeland minder kwetsbaar, weerbaar tijdens verwachtte veranderingen en open voor nieuwe innovaties.

Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van OP-Zuid. Meer informatie is te vinden op deze website.

Zeelandbrug 1600x400 header

Ecodami

Wereldwijd zorgen riffen, gebouwd door biobouwers zoals koralen en schelpdieren, voor belangrijke ecosysteemdiensten waaronder kustveiligheid, visserij en recreatie.

Deze riffen staan echter onder toenemende druk en door het verlies van natuurlijke harde substraten gaat ook de biodiversiteit en productiviteit van het mariene ecosysteem achteruit. Tegelijkertijd is er juist een toename van kunstmatig hard substraat voor mariene infrastructuur, zoals dijken, havens en golfbrekers. Vanwege de goede verwerkbaarheid en grote toepasbaarheid is het meest gebruikte materiaal voor mariene infrastructuur beton. Beton heeft echter grote nadelen zoals de hoge uitstoot van CO2 en de chemische samenstelling; op beton groeien er andere levensgemeenschappen dan op natuurlijke riffen.

Verduurzamen
In dit project werken verschillende partners uit zowel bouwkundige als ecologische hoek aan de vraag welke alternatieve materialen gebruikt kunnen worden om mariene infrastructuur te verduurzamen en tegelijk de onderwaternatuur te verrijken.

Om deze vraag te beantwoorden worden alternatieve materialen voor beton geproduceerd en getest op conventionele eigenschappen zoals verwerkbaarheid en sterkte. De meest kansrijke materialen worden in experimenteel labonderzoek getest op de vestiging van indicatorsoorten, waarna de best functionerende materialen worden gecombineerd. Via experimenteel veldonderzoek in de Waddenzee, de Zeeuwse delta en bij Saba (Caribisch Nederland) wordt de ontwikkeling van ecologische gemeenschappen op de proefblokken onderzocht en wordt een laatste selectie gemaakt. Op deze manier resulteert het ECODAMI project in duurzame en ecologisch optimale bouwmaterialen die direct toepasbaar zijn in mariene infrastructuur.