Achter de onderzoeksfaciliteit van het NIOZ in Yerseke liggen 12 betonnen bassins die bij vloed onder water staan en bij eb gemakkelijk bereikbaar zijn. In deze bekkens wordt geëxperimenteerd met hoe de biodiversiteit kan worden versterkt op harde subtidale structuren zoals dijken of pijlers van windmolenparken.
Om aan de huidige veiligheidsnormen te voldoen moeten dijken worden versterkt. In subtidale delen gebeurt dit meestal door een laag rotsmateriaal of staalslakken (een afvalproduct van de staalindustrie met een hoge dichtheid) toe te voegen. Deze versterkingen worden vaak toegepast in gebieden met zacht sediment of op dijken met een hoge natuurwaarde. Deze locaties krijgen vaak speciale bescherming vanwege hun hoge natuurwaarde. De harde constructies bieden beschutting aan de Europese kreeft en andere belangrijke doelsoorten. Dijkversterkingen kunnen alleen plaatsvinden als deze natuurwaarde behouden blijft of gecompenseerd wordt.
Rijkswaterstaat wil de natuurwaarde van de subtidale delen van de dijk beschermen door toevoeging van 'ecotoppen'. Deze ecotoppen bestaan uit een richel of stapel stenen die de herintroductie van de doelsoorten vergemakkelijken en een beschut gebied vormen waardoor sediment sneller kan worden afgezet.