De krapte op de arbeidsmarkt in Zeeland is historisch groot. Ruim een derde van de werkenden is ook nog eens ouder dan vijftig jaar. Door de vergrijzing neemt de krapte de komende jaren verder toe. Vaak klinkt de roep om het onbenut arbeidspotentieel beter te benutten. HZ Kenniscentrum Zeeuwse Samenleving heeft in opdracht van Arbeidsmarktregio Zeeland en de Provincie Zeeland onderzocht hoe groot dit onbenut arbeidspotentieel is, wie het zijn en wat het kan betekenen in de strijd tegen de krapte.

Het onbenut arbeidspotentieel is een zeer diverse groep en bestaat uit mensen in de leeftijd van 15 tot 75 jaar, die (meer uren) willen en kunnen werken. Grofweg valt het in drie groepen uiteen: werklozen (mensen die geen werk hebben, maar wel op zoek zijn), semiwerklozen (mensen die geen betaald werk hebben, ook niet op zoek zijn, maar wel beschikbaar) en deeltijders die meer willen en kunnen werken.

Sterke daling

In Zeeland gaat het om 18.700 personen, zo heeft het kenniscentrum berekend. Dit is in vergelijking met andere gebieden weinig. Bovendien daalt het cijfer de laatste jaren sterk. 7700 van de 18.700 personen zijn deeltijders die meer willen of kunnen werken. Dit is verreweg de grootste groep. Een derde van het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit jongeren, die zichzelf dus niet als werkzoekende zien. Driekwart is laag of middelbaar opgeleid. De helft van de groep volgt nog onderwijs.

Volgens het kenniscentrum is het onbenut arbeidspotentieel niet de heilige graal in de zoektocht naar een oplossing voor de tekorten op de arbeidsmarkt. De onderzoekers geven een aantal argumenten. Ten eerste is het leeuwendeel van het onbenutte potentieel jong. Ten tweede is in de sectoren waarin extra personeel het hardst nodig is (zoals de industrie, bouw en ICT) het onbenut arbeidsmarkt potentieel het kleinst.

Slim organiseren

Een van de aanbevelingen aan werkgevers is om in gesprek te gaan met deeltijders die wel meer uren willen werken en te vragen wat ze daarvoor nodig hebben. Ook moet betaald werk aantrekkelijker worden voor mensen die nu niet werken. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld flexibele werktijden aanbieden en laagdrempelige ontmoetingsplekken creëren voor werkzoekenden. In het kader van de werkdruk is het goed als werkgevers aandacht besteden aan het slim organiseren van het werk zelf, bijvoorbeeld door taken te herverdelen of technologie in te zetten.

Het volledige onderzoek is hier te lezen.