Het lectoraat Water Technology onderzoekt onder meer hoe water zo efficiënt mogelijk kan worden gebruikt of hergebruikt, zodat het schaarse zoet water (ook) als drinkwater kan worden gebruikt?
Deltagebieden zoals Zeeland hebben nauwelijks gebiedseigen zoet water. Zoet water komt vaak uit andere gebieden. Veel bedrijven, bijvoorbeeld in de landbouw en chemische industrie, hebben echter veel zoet water nodig voor hun processen.
Terugwinnen
Voor de leefbaarheid in deltagebieden zijn watervoorziening, waterzuivering en het terugwinnen van grondstoffen dan ook belangrijke thema’s. Deze vragen om speciale technieken voor hergebruik en de zuivering van water. Het lectoraat Water Technology houdt zich hiermee bezig en richt zich op ontziltingstechnieken, hergebruik van waterstromen en het toepassen van systemen die waterkwaliteit en waterkwantiteit monitoren en regelen.
Here you can find an overview of student assignments in the Water Technology field that were previously completed by students as Internship, Minor and Graduation level. Unfortunately these assignments are no longer available but please check the "Current Student Assignments" page to see what is available and ensure to check the starting date so that you do not miss out!
Op het industriecomplex in Terneuzen gebruikt Dow jaarlijks ruim twintig miljoen kuub water. “70 procent van dit water wint Dow al op een duurzame manier. Een alternatieve waterbron voor de miljoenen kubieke meter zorgt ervoor dat Dow niet langer concurreert met de drinkwatervoorziening", zegt onderzoeker Mireille Martens van het lectoraat Water Technology. " Zeeuws-Vlaanderen is daardoor beter bestand tegen waterstress. We hebben de laatste jaren allemaal gezien wat dit kan betekenen.” Momenteel komt ongeveer een kwart van het water dat Dow nodig heeft via een 120 kilometer lange pijpleiding vanuit de Biesbosch naar Terneuzen. De landbouwers in Zeeuws-Vlaanderen hebben helemaal geen externe waterbron tot hun beschikking. Zij zijn afhankelijk van het weer voor de waterbehoefte van hun gewassen. Klimaatverandering, met piekbuien en soms lange perioden van droogte, maakt het voor hen steeds moeilijker om hun vak uit te voeren. Er is wel brak oppervlaktewater, zout grondwater en afvalwater beschikbaar op het eiland, maar net zomin als Dow kunnen boeren daarmee hun gewassen beregenen. Wortels van planten De twee wetlands liggen op een terrein van Evides Industriewater, naast het complex van Dow. “Dit is de eerste keer dat het wordt toegepast op industriewater.” De wortels van de planten en micro-organismen in de bodem zorgen voor de voorzuivering. Zij halen de restnutriënten en microverontreinigingen uit het water. “Deze micro-organismen doen voor 95 procent het werk in de natuurlijke zuivering," zegt Martens. Zij kijkt naar de kwaliteit van het water en of er via een geplaatste installatie zuurstof, koolstof en biochar, een houtskoolachtige bodemverbeteraar, moeten worden toegevoegd om het zo schoon mogelijk richting de volgende zuiveringsstappen te krijgen: ultrafiltratie, ionenwisseling en omgekeerde osmose. Natuurlijke voorzuivering Het grote voordeel van de natuurlijke voorzuivering is dat er in de installaties minder chemicaliën moeten worden toegevoegd en het zuiveringsproces minder energie kost. “Membranen kunnen stabiele concentraties verontreiniging aan. Het water stroomt in twaalf door het wetland bij DOW. Die tijd is nodig om het verschil in concentraties uit te vlakken.” De micro-organismen breken in deze tijd veel stoffen af, maar niet alle. Medicijnen gaan er niet uit, althans niet altijd. “We onderzoeken waarom deze soms wel en soms niet verdwijnen.” Het onderzoek wordt in 2021 afgerond. De voorlopige resultaten wijzen op een succes. “Het enige nadeel is dat wetlands veel ruimte in beslag nemen. Je moet willen investeren in het opkopen van land. Dat is de grootste kostenpost. Wanneer het wetland eenmaal is aangelegd, zijn de kosten voor onderhoud en beheer minimaal”, zegt Martens. Een volgende stap kan zijn om de wetlands te vergroten tot drie tot vijf hectare. Dow zou dan voldoende gezuiverd water tot zijn beschikking hebben. De fabriek heeft het water uit de Biesbosch dan bijna niet meer nodig. Ook heeft Dow dan veel minder behoefte aan chemicaliën voor de zuivering. Met de toenemende droogte van de laatste jaren is een bijkomend voordeel dat DOW minder beslag legt op water dat ook als drinkwater of door landbouwers kan worden gebruikt. Het Wetlands-project is onderdeel van het samenwerkingsverband Robuust Watersysteem Zeeuws-Vlaanderen. Hierin werken zeventien regionale partijen samen om het watersysteem toekomstbestendig te maken. Partners: HZ University of Applied Sciences, DOW, Evides, Waterschap Scheldestromen en Universiteit Gent.
De Water Technology Research Group werkt aan een Interreg 2 Zeeën-project genaamd FRESH4Cs; een acroniem voor alternatieve zoetwaterbronnen voor zoute kustgebieden. Dit project is gestart in februari 2019 en heeft een looptijd van vier jaar tot september 2022. Het project werd gefinancierd door het Interreg 2 Zeeën Programma, dat tot doel heeft een 2 Zeeën gebied te ondersteunen en te ontwikkelen waar de natuurlijke hulpbronnen worden beschermd; het FRESH4Cs project richt zich in dit geval op de hulpbron zoet water. De traditionele watervoorraden staan in het 2 Zeeën-gebied onder druk, waarbij dit probleem in de laaggelegen kustgebieden door de verzilting van het oppervlaktewater nog groter is. Diezelfde kustgebieden voeren grote hoeveelheden water af naar zee op momenten van wateroverschot, bijvoorbeeld in de winter, maar kunnen in de zomer ook te maken krijgen met een tekort aan zoet water of droogte. Ook het effluent van een plaatselijke waterzuiveringsinstallatie dat in de landbouw kan worden gebruikt, zowel door gemeenten als door particulieren, wordt naar zee afgevoerd. De zoetwatervoorziening in deze gebieden kan worden beschouwd als een seizoensgebonden probleem, en daarom is het hoofddoel van het FRESH4Cs-project de verschillende watergebruikers in de laaggelegen kustgebieden het hele jaar door van duurzaam zoet water te voorzien, als alternatief voor het gebruik van overgeëxploiteerde diepere waterlagen of watervoorziening over lange afstand via pijpleidingen. In het project worden vijf proeflocaties opgezet in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk om alternatieve methoden van zoetwatervoorziening te installeren en te testen. De verschillende methoden omvatten het beheerst aanvullen van watervoerende lagen, opslag en herdistributie. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om effluent van een waterzuiveringsinstallatie te gebruiken voor beheerde aanvulling van watervoerende lagen en opslag in open wateren. Onderdeel van het onderzoek is een toetsing aan wet- en regelgeving en mogelijkheden voor verbetering van de effluentkwaliteit. Deze proeflocaties zullen ten goede komen aan lokale actoren op het gebied van water: waterbeheerders (overheid of particulieren), waterbedrijven en watergebruikers zoals landbouwers, toerisme en drinkwaterproductie. De partners die aan dit project meewerken zijn; VITO, Vlakwa, IWVA en VLM uit België, Suffolk County Council, Felixstowe HydroCycle Ltd en University of East Anglia in het VK en Dow Benelux B.V., Lamb Weston Meijer en HZ University of Applied Sciences in Nederland. De Water Technology Research Group zal verantwoordelijk zijn voor een evaluatie van de technologie en het opstellen van een monitoringplan voor elke proeflocatie; dit zal worden uitgevoerd door Hans Cappon, Emma McAteer en Bart Letterie. De tijdens de test- en monitoringfase verzamelde informatie zal worden geanalyseerd en vergeleken voor conclusies over de beste praktijken. De beste praktijken zullen worden gebruikt voor de ontwikkeling van een stappenplan voor grootschalige implementatie, dat zal worden uitgevoerd door Ageeth van Maldegem en Stef Bleyenberg.