Bacheloropleidingen Commerciële Economie en Communicatie werken intensief samen. Studenten volgen deels dezelfde lessen en werken met elkaar aan projecten. De docenten vormen één team en zijn zo breed en efficiënt inzetbaar. “Een samenwerking zoals deze komt nog niet vaak voor binnen de HZ,” aldus Jaap en Suzanne.
Hoe is de samenwerking tussen de twee opleidingen tot stand gekomen?
Jaap: “Tijdens het studiejaar 2015/2016 vond een grote vernieuwingsslag in het onderwijs plaats. Eerst bestond de samenwerking tussen de opleidingen Commerciële Economie en Communicatie alleen uit vergaderingen tussen de docententeams. Uiteindelijk zijn we nu één docententeam voor beide opleidingen en hebben we een curriculum waar studenten van beide opleidingen in dezelfde lessen zitten, maar wel een verschillend diploma verwerven. Dat is iets wat nog niet vaak voorkomt binnen de HZ.”
Suzanne: “We maakten toen gelijk al een grote stap. Met ingang van de onderwijsinnovatie gingen we opeens heel intensief met elkaar samenwerken. In het begin was dit uitdagend, omdat ineens drie van de vier blokken in het eerste studiejaar samengevoegd waren. Nu weten we niet meer beter.”
In het begin was het uitdagend. Nu weten we niet meer beter.
Waarom is er voor gekozen om zo intensief samen te werken?
Jaap: “Destijds was het idee: als we het onderwijs gaan vernieuwen, dan doen we dat drastisch. In het beroepenveld zagen we dat de werkzaamheden van marketingmedewerkers en communicatiemedewerkers steeds dichterbij elkaar kwamen te liggen. De medewerkers werken intensief samen of de werkzaamheden worden samengevoegd voor één marketing- en communicatiemedewerker. In het onderwijs hebben we dus ook deze intensieve samenwerking geïmplementeerd. Dat bracht de nodige spanning met zich mee. Enerzijds wil je als opleiding je eigenheid bewaken, anderzijds wil je dat zowel studenten als docenten de vruchten plukken van deze samenwerking. Binnen het opleidingscluster werken we hier nog steeds aan.”
Studenten van de twee opleidingen zitten dus samen in de les. Op wat voor manier werken ze nog meer samen?
Suzanne: “Bijvoorbeeld in het blok Marketingcommunicatie werken de studenten van beide opleidingen gezamenlijk aan een marketing- en communicatieplan. Een Communicatie-student gaat dan aan de slag met een identiteitsanalyse, zoals een communicatiemedewerker in het werkveld ook zou doen. Een Commerciële Economie-student gaat aan de slag met een prijs- of distributiebeleid. Dat allemaal bij elkaar vormt een volledig marketing- en communicatieplan. Dus de studenten werken veel samen, volgen samen lessen, maar we zorgen er wel voor dat ze bezig zijn met hun eigen opleidingsspecifieke competenties.”
Wat zijn de uitdagingen binnen deze samenwerking?
Jaap: “Die eigenheid van de opleiding bewaken, dat is voor studenten heel belangrijk. Voor ons als docenten was het in het begin wel een uitdaging om de teams samen te voegen. Inmiddels zien we onszelf echt als docenten van beide opleidingen. We kunnen met beide vakgebieden keurig uit de voeten. Dit zien we terug in lessituaties, maar ook in het coördineren van stages, en het begeleiden en beoordelen bij het afstuderen. Daardoor kunnen we efficiënter te werk gaan. De docenten binnen ons team zijn binnen beide opleidingen volledig inzetbaar.”
Suzanne: “We zijn echt één team, inderdaad.”
In het werkveld lopen de twee beroepen dus steeds vaker in elkaar over, wat is dan reden dat we toch twee aparte opleidingen hebben?
Suzanne: “Er zitten wel echt nuances binnen de opleidingen. Binnen de opleiding Commerciële Economie zit meer sales, ondernemerschap en marketing. Een student Communicatie gaat bijvoorbeeld met overheidscommunicatie aan de slag, meer de non-commerciële kant. Het is denk ik goed dat de studenten ook blokken hebben met hun eigen klas en hun eigen specifieke leerstof en competenties. Studenten kiezen bewust voor een specifieke studie en verwachten ook dat ze dit terugzien in de vier jaar dat ze bij ons rondlopen.”
Jaap: “Commerciële Economie en Communicatie zijn ook nog steeds twee landelijk erkende studierichtingen. We kiezen er bewust niet voor om ons portfolio te versmallen als het landelijk allebei gewaardeerde opleidingen zijn.”
Dit is een goed werkend voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking.
We hebben besproken wat deze samenwerking betekent voor studenten en docenten, maar wat betekent het voor de HZ?
Jaap: “Volgens mij is dit een goed werkend voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking. De tevredenheid onder zowel studenten als docenten is hoog. We scoren lekker in de Keuzegids hbo. De bekende parameters staan in het groen. Deze samenwerking kan een eye opener zijn voor andere opleidingen binnen de HZ. Om ons heen zien we het aantal studenten verminderen. Vanuit bedrijfsvoering moeten we onszelf afvragen: wanneer is een opleiding nog levensvatbaar? Welke stappen kunnen en moeten we zetten? Een samenwerkingsverband tussen twee opleidingen waarbij het werkveld al veel overlap heeft, kan dus goed werken.”