De master is een joint degree van HZ University of Applied Sciences, Van Hall Larenstein en Hogeschool Rotterdam: hoe heb je het studeren aan de drie verschillende hogescholen ervaren?
“Ik vond de variatie van River Delta Development heel leuk. Drie verschillende hogescholen betekent ieder semester naar een andere stad. Daar heb ik gedurende de opleiding ook gewoond. Ik ben van Middelburg naar Rotterdam en Velp (bij Arnhem) verhuisd. Een kamer zoeken was soms best chaotisch, maar je leert wel steeds een nieuwe stad kennen. Plus: je wordt heel hecht met de studiegroep omdat je steeds opnieuw met elkaar samenwoont. Dat was heel waardevol, met name tijdens de lockdown. Ondanks de onlinelessen hebben we een band met elkaar opgebouwd.”
Kun je van elke hogeschool kort vertellen wat je daar hebt geleerd?
“Bij de HZ In Zeeland lag de focus op kustsystemen: hoe vormt een delta zich? Bijvoorbeeld door te kijken naar de Deltawerken en te reflecteren of je nu dezelfde keuzes zou maken als toen. Of welke strategie je kunt uitoefenen om Nederland veilig te maken voor het water. Een ander voorbeeld is het thema ‘Het jaar 2100’ waarin je bijvoorbeeld kijkt naar verschillende bouwstrategieën die inspringen op klimaatverandering.
Tijdens het semester bij Van Hall keken we ook weer naar het klimaat. Daar heb ik onderzocht hoe de waterwet botst met de dierenwet, zoals wanneer het onderhoud van primaire waterkeringen gebeurt in gebieden waar beschermde dieren leven en hoe je daar dan weer mee omgaat.
In Rotterdam kregen we les over hittestress. Hoe komt dit voor in de stad en hoe ga je ermee om? Het belangrijkste dat we leerden in Rotterdam is het overwegen van verschillende strategieën voor stedelijke ontwikkelingen. Ga je robuust of flexibel te werk? Wat gaat er gebeuren in de toekomst met klimaat en hoe richt je de buitenruimte zo in dat we allemaal in Rotterdam kunnen blijven wonen? Daarbij moet je ook nadenken met welke stakeholders je optrekt.”
Wat is het meest waardevolle onderdeel van deze opleiding?
“Het meest waardevolle aan deze opleiding zijn de Living Labs. Een soort stage, maar dan vrijer. Je komt in aanraking met een heel groot netwerk en je ziet meteen hoe het is om te werken binnen een bedrijf. Aan de andere kant is het een veel veiligere omgeving dan een werkplek, omdat je altijd kunt terugvallen op je begeleiders.”
Tekst loopt door onder afbeelding.
Wat was voor jou de meerwaarde van de praktijkgerichte insteek van deze master?
“Je past meteen in de praktijk toe wat je in theorie geleerd hebt tijdens de Living Labs. Het is heel actueel. Uiteindelijk ga je toch het werkveld in, dus is het fijn dat je deze kennis meteen kunt inzetten in de praktijk en daar begeleiding bij krijgt. Bijvoorbeeld na een les over aquacultuur kun je meteen in een Living Lab de bestaande landbouw in Zeeland anders vorm gaan geven om verzilting tegen te gaan.”
Bij welk bedrijf ben je gaan werken?
“Ik werk bij de Gemeente Rotterdam als adviseur Stedelijk Water en Klimaatadaptatie. Deze rol is voortgekomen uit een Living Lab en dat was weer voortgekomen uit mijn afstudeerstage van mijn bachelor. Na het afronden van de bachelor wilde ik mijn kennis verder verbreden. Dankzij deze master was het een heel natuurlijke overgang.”
Wat is jouw advies aan anderen die deze master overwegen?
“In deze master staat zelfontwikkeling centraal. Je leert niet op basis van cijfers en toetsen, maar door zelfreflectie. Je leert bewust handelen en krijgt continu feedback. Daar moet je wel klaar voor zijn. Het is ook echt geen regulier onderwijs. Je staat dichtbij het werkveld, dus als je meer wil leren dan enkel theorie, raad ik deze master zeker aan. Je bouwt meteen aan je netwerk en kunt er alle kanten mee op.