Sara, je hebt de deeltijdopleiding Social Work met succes afgerond! Hoe is de opleiding op je pad gekomen?
“Ik werk al heel wat jaren bij Philadelphia Zorg als persoonlijk begeleider van mensen met een licht verstandelijke beperking. Ik ondersteun cliënten om zo zelfstandig mogelijk te leven, zowel thuis als in de maatschappij. Prachtig werk, waar ik zo’n vier jaar geleden graag in door wilde groeien. Ik beschikte destijds over een mbo-diploma niveau 4. Toen mijn werkgever mij de kans bood om in deeltijd te studeren, heb ik dit met beide handen aangegrepen. Ik wilde mij bijvoorbeeld ontwikkelen in het herkennen van gedrag en het methodisch denken. De opleiding Social Work sluit daar heel goed op aan.”
Waar ben je het meest in gegroeid in deze 4 jaar?
“Behalve dat ik als professional in de volle breedte ben gegroeid, heb ik me echt kunnen ontwikkelen op het vlak van psychologie en psychopathologie. Waarom doen mensen zoals ze doen? En welke rol heb ik als begeleider om dat gedrag te kunnen beïnvloeden? Ik heb geleerd om met een meer methodische blik naar mijn werk te kijken. Ook heb ik op het hbo goed leren reflecteren. Wie ben ik als persoon? Wat wil ik uitdragen naar mijn omgeving? Wat voor professional wil ik zijn? Waar ligt mijn kracht en waar moet ik anderen soms om hulp vragen? Die zelfkennis brengt je echt verder in relatie tot een cliënt, maar ook bij het analyseren en oplossen van een probleem.”
De deeltijdopleiding is voor een student heel flexibel in te richten. Hoe beviel dat jou?
“Flexibele deeltijd vraagt veel verantwoordelijkheid van de student. Je kunt de volgorde en de planning van je opleiding helemaal naar eigen inzicht invullen. Zolang je aan het eind van het jaar je 60 studiepunten binnen hebt, is het helemaal aan jou. Als je hier een goede discipline in vindt, is het echt fijn werken. Ik draai bijvoorbeeld onregelmatige diensten en dagen zijn onvoorspelbaar. Dan is het fijn dat je met je studiebelasting flexibel kunt meebewegen. Ook kon ik de indeling van mijn leeruitkomsten laten afhangen van wat er op de werkvloer gebeurt. Dan heb je de beste aansluiting op de praktijk. Waardevol voor mij, maar ook voor mijn werkgever.”
Kreeg je tijdens je opleiding ook positieve signalen van je werkgever?
“Ik heb dat wel zo ervaren. Gelukkig maar. Behalve dat ik zelf doelen had gesteld, verwacht de werkgever natuurlijk ook iets van mij. Dat je progressie boekt, een sterkere professional wordt en dat je kennis meebrengt naar de organisatie. Het fijne aan deze deeltijdopleiding is dat je voor je leeruitkomsten heel veel bewijslast moet verzamelen op de werkvloer. Daar horen interviews met collega’s bij, maar ook reflectie met cliënten. Dat zorgt voor wederzijdse betrokkenheid. Ik heb daardoor altijd goed kunnen aanvoelen of mijn inspanningen gewaardeerd werden.”
Aan je minor heeft je werkgever een prachtig groen dakterras overgehouden. Kun je daar iets over vertellen?
“Dat klopt. Tijdens de minor Leiderschap heb ik mij ingezet voor de aanleg van een actief en creatief dakterras voor de cliënten. Met een moestuin. Tijdens de lockdown wilde ik hiermee eenzaamheid en overgewicht onder cliënten aanpakken. Als voortrekker van dit project schreef ik een businessplan en zocht ik de samenwerking met fondsen, bedrijven en organisaties. Plots was ik aan het netwerken en zat ik zelf aan de knoppen. Dat stond ver van mijn dagelijkse werk af, maar ik vond het steeds interessanter worden. Het dakterras is er gekomen en daar ben ik nog steeds heel trots op. Het is voor de cliënten nog altijd een prachtige plek voor buitenactiviteiten, of om lekker te werken tussen de moestuingroenten.”
Lukte het om de opleiding te combineren met werk en privé?
“Ik vond het wel pittig, eerlijk gezegd. Vanwege de onregelmatige diensten en omdat je vaak werk mee naar huis neemt. Eigenlijk ben je nooit écht klaar in dit vak. Je privéleven gaat natuurlijk ook gewoon door in die 4 jaar. Daarin gebeuren net zo goed dingen waardoor je even wat minder tijd hebt. Tegelijkertijd wilde ik ook niet achterop raken met mijn opleiding, omdat het dan alleen maar gaat stapelen. Ik heb heel veel in de avonden gestudeerd, maar ook ’s ochtends vroeg. Elke dag zette ik de wekker om kwart over 6 om alvast iets te kunnen doen. Achteraf denk ik dat ik op momenten best wat beter op mijzelf had kunnen passen. Dat ik de opleiding nu gehaald heb, maakt me wel enorm trots na deze inspanning!”
Heb je een goede tip voor iemand die aan deze opleiding begint?
“Zorg dat je bijblijft vanaf het begin. Hak je studiebelasting in stukjes en verdeel het goed over het hele jaar. Blijf die lijn gedisciplineerd volgen, zodat er verderop in het jaar niets gaat stapelen. Je bent één dag per week op school. Benut die dag optimaal. Bereid je goed voor, weet wat je wil vragen en durf kritisch te zijn als je niet krijgt wat je verwacht. Je docenten zijn echt behulpzaam, dus durf te vragen wat je nodig hebt. Ik zou iedereen adviseren om fysiek aanwezig te zijn op school, zelfs wanneer het ook online kan. Je bent onder de mensen. Je ziet docenten, kan een rondje lopen met een medestudent. Want zonder hen is het een stuk zwaarder. Je helpt elkaar, je lacht samen en je deelt problemen. Iedereen wil net zo graag dat diploma halen als jij, dus maak elkaar sterker!”
Hoe verliep de samenwerking met je docenten?
“Erg prettig. Alle docenten komen uit het werkveld of zijn daar nog steeds in actief. Dat schept een band en zorgt voor onderling begrip. Ze kennen de praktijk, weten hoe onvoorspelbaar het werk soms is en hoe druk het kan zijn. Het is prettig werken met mensen waarmee je raakvlakken deelt.”
Hoe kijk je nu terug op je opleiding?
“Met veel dankbaarheid dat ik het ben aangegaan en dat ik het heb gehaald! Het was pittig, maar ook erg leuk en ontzettend leerzaam. Dankzij de opleiding ben ik gegroeid als professional. Ik kan gedrag beter lezen en beschik over methodieken om daar balans in aan te brengen. Maar ik weet nu ook veel meer over zaken waar ik niet altijd direct mee te maken heb. Over recht bijvoorbeeld. Subsidies, indicaties aanvragen, wat de rechten van mijn cliënten zijn, maar ook de rechten van mijzelf. Het komt niet dagelijks van pas in mijn werk, maar soms heb je het opeens nodig. En dan wéét je het. Kun je jezelf uitspreken. Die verbreding geeft mij heel veel zelfvertrouwen.”