Het herstellen van mosselbanken in de Waddenzee of de delta gaat een stuk beter wanneer jonge mosseltjes een beetje worden geholpen met lage, beschermende hekjes op de bodem. Dat blijkt uit het onderzoek dat marien biologe Jildou Schotanus heeft gedaan. Jildou deed haar onderzoek aan de HZ en bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in Yerseke.
Maandag verdedigde ze haar proefschrift ‘Restoring mussel beds on highly dynamic mudflats’ aan de Rijksuniversiteit Groningen. Mosselen zijn zogenoemde ‘biobouwers’. In grote schelpenbanken zetten mosselen de omgeving naar hun hand. Ze maken het hun soortgenoten makkelijker om zich te vestigen en helpen andere dieren aan een veilige plek op de zeebodem. Bovendien houden mosselbanken slib en zand vast en remmen ze de energie van de golven bij stormen. “Om die reden zijn er heel veel initiatieven om verdwenen mosselbanken weer te herstellen”, zegt Jildou in een persbericht van het NIOZ. “Maar dat valt vaak nog niet mee!”
Ruige omstandigheden
Eén van de problemen bij het herstel van mosselbanken is het type mossel. “In het verleden zijn daarvoor vaak volwassen mosselen gebruikt, die niet gewend waren om droog te vallen. Maar als je die ineens op een droogvallende wadplaat probeert te laten vestigen, waar ze ook veel meer weerstand van golven te verduren krijgen, blijken ze daar niet aan te kunnen wennen. Uit experimenten die we met heel kleine mosseltjes, het zogenoemde mosselzaad, hebben gedaan, blijkt dat die nog wél flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan de ruigere omstandigheden op een droogvallende plaat.”
Vliegende start
In een volgend experiment heeft Jildou gekeken hoe zij de mosselen het beste een vliegende start kan geven op een kale zandplaat aan de oevers van de Oosterschelde. Ze experimenteerde met golfbrekers, met gaas om gulzige krabben weg te houden en met kokosmatten om te helpen bij het hechten aan de bodem. “Al deze methoden werken tot op zekere hoogte wel, maar zijn erg arbeidsintensief. Relatief simpele hekjes die luwte creëren en mosselbroed en -zaad kunnen opvangen leken in die zin nog het meest efficiënt.”
Onwennige vogels
Een van de redenen om mosselbanken te herstellen, is het stimuleren van de biodiversiteit. Daarom heeft Schotanus met hulp van cameraatjes onderzocht hoe vogels als wulpen en scholeksters omgaan met die vreemde hekjes op de droogvallende bodem. “Die blijken er na enige tijd goed aan te kunnen wennen.”
De belangrijkste les uit haar onderzoek, is dat je bij het herstel van mosselbanken gebruik moet maken van de nuttige interacties tussen de schelpdieren zelf. “Mosselen vinden kracht en veiligheid in de grote aantallen. Al onze hulpmiddelen hebben zo hun nadelen. Hoe simpeler we het kunnen maken, hoe beter.”