Op welke manieren waarborgen we de kwaliteit van het onderwijs binnen de HZ? Onderwijsadviseur Technology, Water & Environment (TWE) Riaan Lous, kwaliteitszorgcoördinator Health, Education & Wellbeing (HEW) Michel Schroevers en voorzitter kwaliteitszorgcoördinatoren Business, Vitality & Hospitality (BVH) Han van der Vinden vertellen welke stappen we nemen om een kwaliteitszorgcultuur te creëren.
Als HZ nemen we om de zoveel jaar deel aan de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK), maar wat is kwaliteitszorg eigenlijk?
Han: “Kwaliteit is een begrip dat je op wel 100 manieren kan definiëren. Uiteindelijk wil je ervoor zorgen dat je opleiding de juiste kwaliteit levert. Daarvoor hebben we een aantal instrumenten en documenten bedacht die de kwaliteit moeten aantonen. Binnen het domein BVH is het hebben van de cycli waarmee feedback wordt opgevraagd het belangrijkst. Wat vinden de studenten van de opleiding? Daar zetten we per blok enquêtes voor uit en met die informatie verbeteren we de blokken. En wat vinden de docenten en het beroepenveld van de kwaliteit van de opleiding? Wat kan er verbeterd worden? Dat is wat kwaliteitscoördinatoren bij ons in het domein doen. Zij verzamelen continue die informatie en verbeteren daarmee de kwaliteit van het onderwijs.”
Riaan: “Mag ik daar nog twee dingen aan toevoegen vanuit het domein TWE? De onderzoekers en Applied Research Centers (ARCs) leveren in steeds grotere mate input en feedback aan om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. Daarnaast kijken we ook naar de landelijke overleggen tussen dezelfde opleidingen binnen Nederland. Hierin worden redelijk wat kaders geschetst die je moet uitvoeren als opleiding.”
Michel: “Voor mij gaat het ook om wat je in je dagelijkse werkzaamheden aan kwaliteitszorg doet en hoe je dat laat zien. Voor een buitenstaander zou het gelijk zichtbaar moeten zijn hoe we het hier binnen de HZ doen. Feedbackprocessen zijn daar belangrijk in, maar hieronder valt bijvoorbeeld ook een collegiale consultatie. Dus een collega die kijkt naar hoe jij je toets hebt ontworpen en of dat strookt met wat er in de opleidingsdocumenten staat.”
Mensen denken vaak dat kwaliteitszorg-coördinatoren van die papiertijgers zijn. We willen juist minder papier, meer verbinding.
Wat is ervoor nodig om kwaliteitszorg binnen de HZ zichtbaar te maken?
Michel: “Het is mijn missie om zo min mogelijk papierwerk te creëren. Binnen het onderwijs is er een inherente drang om dingen vast te leggen en dit neemt vaak veel tijd in beslag. Volgens mij kan die tijd effectiever ingezet worden door met elkaar in gesprek te gaan. Daarom vind ik het HZ-brede kwaliteitszorgoverleg ontzettend waardevol. Daar bespreken we de juiste zaken met de juiste mensen zonder een hele papierwinkel op te zetten.”
Han: “Dat is wel leuk wat je zegt. Mensen denken vaak dat kwaliteitszorgcoördinatoren van die papiertijgers zijn. We willen juist minder papier, meer verbinding. We willen dat de kwaliteitszorg in de medewerkers zelf zit.”
Riaan: “Het moet in de cultuur zitten, hè? Dat is echt wat we willen.”
En wat voor stappen zetten jullie om de kwaliteitszorg meer onderdeel van de cultuur te laten worden?
Han: “We maken eerst aan de beleidsbepalers of het management duidelijk dat kwaliteit niet alleen terugkomt op papier, maar juist in de dagelijkse werkzaamheden. Als je een dagje mee zou lopen bij een opleiding, dan moet je kunnen proeven dat we hier kwaliteit leveren. Dat merk je aan het gedrag van mensen en aan de veilige omgeving waar feedback wordt gevraagd en ontvangen. Ik vind het altijd wel frappant dat we van studenten verlangen dat ze kunnen reflecteren op hun eigen werkzaamheden, maar dat we het zelf als docenten nog te weinig doen.”
Ik denk dat er winst te behalen valt als we binnen de gehele organisatie dezelfde taal gaan spreken.
Michel: “Waar ik binnen het domein HEW mee bezig ben, is dat alle kwaliteitszorgcoördinatoren dezelfde taken, verantwoordelijkheden en uren hebben. Daar zit nu verschil in. Wat verwachten we nu van elkaar? Van een kwaliteitscoördinator? Van een opleiding? Ik denk dat er winst te behalen valt als we binnen de gehele organisatie dezelfde taal gaan spreken. Dat de documentatie inzichtelijk en werkbaar is en niet allemaal op een G-schijf, een Learn-pagina, een OneDrive, een Teams-omgeving staat. Je wordt horendol van alle mapjes en documenten die er zijn.”
Riaan: “Iedereen wordt er gek van.”
Michel: “Maar toch blijven we het doen. Dat is toch gek?”
Han: “Daar zit wel een duidelijke rol in voor het HZ-brede overleg kwaliteitszorg om daar een keuze in te maken. Hoe en waar leggen we documentatie vast?"
Riaan: “Ik denk dat standaardisatie op bepaalde elementen steeds meer gebeurt, maar ook daar zit diversiteit in. Op dit moment mag dat ook nog wel. Bij ons zit die standaardisatie bijvoorbeeld in welke taken we domeinbreed neer kunnen leggen zodat aangewezen personen zich daarop kunnen focussen en niet elke docent individueel.”
En dat HZ-brede kwaliteitszorgoverleg, hoe ziet dat eruit?
Han: “Bij het overleg sluiten wij als kwaliteitscoördinatoren en onderwijsadviseur aan, maar ook collega’s van Dienst Onderwijs, Onderzoek en Kwaliteit (DOOK). We hebben ons lang beziggehouden met de vraag welke documenten moeten opleidingen nou precies opleveren, omdat die bij een accreditatie of visitatie opgevraagd worden. Wat voor documenten zijn dat en op welke manier sla je die op? Daar hebben we de afgelopen twee jaar veel tijd en aandacht aan besteedt.”
Riaan: “De toetsingscommissie noemde dat we alle belangrijke documenten op een al dan wel digitale plank hebben moeten staan. Vorig jaar hebben we dan ook de werkterm ‘De Plank’ geïntroduceerd. Dat is beetje een gekscherende term, maar we bedoelen ermee dat je de belangrijkste documentatie altijd op De Plank zou moeten hebben liggen en kan laten zien. Dat zorgt er voor dat er al een hoop ballast wegvalt. De Plank is iets wat er binnen het HZ-brede overleg kwaliteitszorg is ontstaan en wat ik nu terugzie binnen de opleidingen van het domein TWE.”
Han: “Dit is wat we bedoelen met continu accreditatiewaardig zijn. Dat je nooit hoeft te zoeken maar de juiste documentatie, maar dat het er gewoon is.”
Michel: “Toen ik net begon als kwaliteitscoördinator heb ik aan alle opleidingen binnen het domein HEW gevraagd of zij De Plank wilden vullen. Voor mij was dat heel waardevol om een volledig beeld te krijgen en te kijken waar er winst te behalen valt.”
Riaan: “Heb je ook je managers daarin mee, Michel?”
Michel: “Jazeker, zij hebben ook De Plank gevuld.”
Riaan: “Dat is superbelangrijk, want dan weet je dat het management achter je staat. Soms is dat de stok achter de deur die je nodig hebt om verandering teweeg te brengen.”
Kom maar op met die feedback!
We hebben het over de documenten gehad, maar welke instrumenten worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen?
Riaan: “Sinds twee jaar werken we met midterm reviews (MTR's), deze vinden tussen twee visitaties plaats. Eén van de hoofdlijnen is dat we echt minder papier willen en meer vanuit de kwaliteitscultuur met elkaar in gesprek gaan. De MTR's helpen constructief om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Feedback gaat nu meer om ontwikkelen in plaats van afrekenen. We hebben het er met elkaar over en daardoor creëren we een veiligere omgeving. Kom maar op met die feedback!”
Han: “Zo ervaar ik het ook. De MTR is een instrument wat je echt helpt als opleiding. Je zou je af kunnen vragen, waarom is een MTR nodig als je toch continue accreditatiewaardig bent? Ik denk dat het goed is dat je die tussentijdse check hebt om te kijken of je op de goede weg zit. Je ziet ook wel dat er binnen een opleidingsteam toch wat spanning ontstaat, maar dat is af en toe ook wel goed. Die spanning houdt ons scherp.”
Riaan: “Ik vind het ook mooi aan de MTR dat er collega's uit andere opleidingen in het panel zitten. Soms is dat een opleidingsmanager, soms een onderwijsondersteuner. Dat doet men heel bewust, om juist ook bij elkaar in de keuken te kunnen kijken en van elkaar te leren. Wat ik ook terug hoor van die docenten is dat ze leren van wat ze zien bij de opleiding die ze bezoeken.”
Han: “Wij zijn bezig met de kwaliteit van het onderwijs, maar uiteindelijk is het wel het doel dat kwaliteit door iedere docent ervaren moet worden. Wat ik binnen de HZ ervaar, is dat iedere docent het beste wilt presteren voor de student. Dit zie je ook terug in onze positieve score op de Nationale Studenten Enquête (NSE).”