Frank Huijben is net voor de zomervakantie begonnen als lector Biobased Bouwen, zowel bij Avans als HZ University of Applied Sciences, de hogescholen die samenwerken in het centre of expertise MNEXT. “Het is administratief misschien uitdagend, maar de combinatie zie ik als positief”, zegt hij. “Een lector heeft een groot netwerk nodig om zijn werk goed te kunnen doen. Beide hogescholen hebben hun eigen netwerk. We kunnen dus heel veel partijen benaderen en samen met hen alle kansen benutten die er zijn.”
Zijn eerste maanden heeft hij gebruikt om te wennen aan de organisaties en veel te praten met zijn onderzoekers en collega’s. Hij gebruikt die gesprekken om de koers voor zijn lectoraat te bepalen. “Ik heb het gevoel dat ik aan boord ben gestapt van een varend schip. Het stuur heb ik overgenomen van mijn voorganger Willem Böttger, maar ik heb het voorlopig alleen nog vast. Ik kijk nu welke kant ik op wil. Langzaam zal ik er een draai aan kan geven, maar ik wil eerst weten wat er anders kan.” Hij hoort dat graag, van wie dan ook. “Ik hoop dat mensen ook op mij afstappen.”
Weer terug naar de inhoud
De in Dinteloord woonachtige Frank is afkomstig van de Hogeschool Rotterdam. Hij was daar docent-onderzoeker Bouwkunde en betrokken bij het curriculum van die opleiding. “Na verloop van tijd raakte het vakinhoudelijke meer op de achtergrond en was ik vooral bezig met didactische aspecten en onderwijsontwikkeling. Ook interessant, maar ik wilde graag terug naar de inhoud. Deze vacature sloot naadloos aan bij wat ik zocht.” Hij is de opvolger van lector Böttger, die in december van 2022 vertrok.
De nieuwe lector vindt het een meerwaarde om onderzoek te doen met studenten. Toen hij promoveerde aan de TU Eindhoven werkte hij al veel samen, naast zijn toenmalige werk als constructeur en projectbegeleider bij adviseursbureau ABT, werkte hij al veel samen. “Ik merkte dat ik ontzettend veel plezier had in het begeleiden van studenten. Ik ben dat daarna blijven doen bij ABT, vooral met TU-studenten. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij de Hogeschool Rotterdam en nu als lector. Ik vind het geweldig om jonge mensen klaar te stomen voor de toekomst.” Zijn promotieonderzoek ging over vacuümconstructies. “Ik wilde weten wat je daarmee kon in de bouw. Mijn onderzoek bestond deels uit theoretisch onderzoek, maar ik zocht ook naar praktische toepassingen in het lab en uiteraard de bouwpraktijk. Die combinatie van theorie en de praktijk vond en vind ik fantastisch.” De combinatie van deze twee is kenmerkend voor het praktijkgericht onderzoek van hogescholen.
Die combinatie van theorie en de praktijk vond en vind ik fantastisch
Biobased oplossingen zijn voor Huijben niet nieuw. In Rotterdam was hij daar al veel mee bezig. Hij wil zeker onderzoeken wat je met biobased materialen kunt doen, maar is ook geïnteresseerd in het systeem erachter. “Er kan heel veel, maar het gebouw is niet het eindstadium. Als het niet meer functioneel is, wordt het nu nog gesloopt en gestort. Dat willen we niet meer. Die stap om de cirkel te sluiten moeten we zetten. Er is nog te weinig aandacht voor de weg terug, de weg van pand naar het land. Ik wil onderzoeken hoe we dat kunnen doen. Houtbouw is een bekend voorbeeld, maar zeker niet het enige. Je kunt hout in principe laten composteren en daarop nieuwe bomen laten groeien. Ik vind het verder belangrijk om te kijken hoe je de mogelijkheden kunt uitbouwen.” Als voorbeeld noemt hij mycelium. “Er zijn veel startups die werken met mycelium en het goed doen, maar opschalen lukt niet, omdat er te weinig afname is. Bouwbedrijven doen het andersom. Zij willen eerst volume. Als hogeschool kunnen wij meedenken over dat probleem. Regelgeving is ook vaak een probleem. Het is bijvoorbeeld duur om materialen te laten testen, zodat ze aan bestaande regelgeving voldoen. Bedrijven pakken daarom vaak traditionele materialen. Ook hier kunnen we als onderwijs de ontbrekende schakel zijn, in samenwerking met de bedrijven.”
Ecologisch-verantwoord
Volgens Huijben zijn er nog veel vragen te beantwoorden en ketens te vormen bij het realiseren van gebouwen. Ook de invloed van biobased materialen op de gezondheid van de gebruikers is nog vaak onderbelicht. “Ecologisch-verantwoord bouwen, dat is het bouwen van de toekomst. We moeten dat leren aan de huidige en komende generaties. Ik ben ervan overtuigd dat het de weg is die we moeten bewandelen.”
Langetermijnperspectief
De lector vind het langetermijnperspectief belangrijk. “Bedrijven denken vaak aan de korte termijn. Ik denk dat we ook na 2050 moeten kijken. Niet iedereen is het eens met die mening, maar het is wel de taak van een kennisinstelling. Zijn we het goede aan het doen of creëren we nu een probleem over 25 jaar? Dat zijn vragen die ik wil beantwoorden of aan de orde stellen. Wat voor huizen geldt, geldt ook voor windturbinebladen en batterijen. Ik vind het opmerkelijk dat we subsidies verstrekken voor windmolens en elektrische auto’s, maar nog niet weten hoe we met de materialen daarvan omgaan over 25 jaar. Misschien vergroten we de huidige problemen wel en komen we in 2050 tot de conclusie dat we het niet slim hebben gedaan.”