Albert Klein Tank heeft woensdag 23 april in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht zijn oratie uitgesproken: ‘Op reis en neem mee: bagage voor regionale transities in de Zeeuwse delta’.
Klein Tank is ruim een jaar wetenschappelijk directeur van het Delta Climate Center (DCC) en hoogleraar aan de universiteit in Utrecht. Met zijn oratie heeft hij het ambt van hoogleraar officieel aanvaard.
Versnellen van regionale transities
In zijn rede stond het bijzondere karakter van het nieuwe klimaatcentrum in Vlissingen centraal. “De opgave om het Delta Climate Center te verwezenlijken valt in het niet bij het grotere doel dat we nastreven: het versnellen van de regionale transities die nodig zijn voor een duurzame, klimaatbestendige en welvarende Zeeuwse delta. Een delta waarin veiligheid, natuur, economische ontwikkeling en kwaliteit van leven onderling in balans zijn.”
Het DCC wil de grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van klimaat en duurzaamheid te lijf gaan door deze regionaal en in onderlinge samenhang op te pakken. “Het DCC helpt met de benodigde integrale kennis voor de Zeeuwse delta.”
Urgentie
Volgens de wetenschappelijk directeur is het begrijpelijk dat de aandacht voor klimaat en duurzaamheid in de samenleving en politiek is verslapt door geopolitieke spanningen en zorgen over de bestaanszekerheid op korte termijn.
Alle uitdagingen en de urgentie om daaraan te werken zijn echter niet minder. “Integendeel”, aldus Klein Tank. Het versnellen van de transities voor bijvoorbeeld energie (van fossiel naar zon en wind), voedsel (naar meer plantaardig en lokaal) en grondstoffen (van lineair naar circulair) blijft nodig voor een duurzame toekomst voor onszelf en toekomstige generaties. “Om die transities effectief aan te jagen moet de grens vervagen tussen enerzijds onderzoek en onderwijs en anderzijds implementatie en praktijk.” Door het unieke karakter koppelt het DCC theorie en praktijk aan elkaar en draagt daarmee bij aan een klimaatbestendige en duurzame toekomst voor de Zeeuwse delta. De wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en praktijk met perspectieven vanuit wo, hbo en mbo maakt het DCC extreem krachtig.