HZ-instroom groeit over het volledige aanbod

Nadat de instroom van nieuwe studenten aan een HZ-opleiding vorig jaar voor het eerst sinds vijf jaar daalde ten opzichte van het jaar ervoor, vertonen de inschrijfcijfers dit jaar weer een groei, ondanks de krimp van het aantal jongeren in Zeeland.

In totaal zijn in 2022 1642 nieuwe studenten aan een HZ-opleiding gestart. Hiervan kozen er 166 voor een HZ-Associate degree aan de Associate degrees Academie in Roosendaal. In 2021 kozen 1522 studenten voor een opleiding aan de HZ.

Van de 1642 studenten komen er 1359 uit Nederland en 283 uit het buitenland. In 2021 was die verhouding 1311 tegenover 211.

Nog nooit zo hoog

De instroom op de HZ-locaties Vlissingen en Middelburg was niet eerder zo hoog: 1476. Van dat aantal volgen 917 studenten uit Nederland een voltijdopleiding en 276 een deeltijd- of duale opleiding. 208 studenten uit de EER (Europese Economische Ruimte) hebben zich ingeschreven voor een voltijdopleiding en aan de HZ studeren 75 voltijdstudenten die niet uit de EER afkomstig zijn.

De groei onder voltijdstudenten is vooral te danken aan een groei van het aantal havisten: 604 ten opzichte van 564 in 2021. Het aantal aanmeldingen voor een deeltijd- of duale opleiding groeit hard: 11,7 procent. Dit komt vooral door nieuw aanbod, waaronder de bachelor Leraar Basisonderwijs en de Ad-opleiding tot Energietransitie Engineer.

Leraar Basisonderwijs

De grootste instroomgroei is te zien bij de bachelor Leraar Basisonderwijs in Vlissingen. In de voltijdopleiding zijn 112 studenten begonnen. Dit zijn er 41 meer dan vorig jaar. De opleiding is er dit jaar voor het eerst ook in deeltijd. Voor de deeltijdvariant hebben 64 studenten zich ingeschreven.

De opleiding Verpleegkunde daalt dit jaar dan weer. Voor de voltijdvariant kozen dit jaar 139 studenten. In 2021 waren dat er 150. Aan Verpleegkunde in deeltijd zijn in 2022 33 studenten gestart. Een jaar eerder waren dat er 59. Dit is in lijn met landelijke beeld.

Een bericht met een volledige analyse van de cijfers en commentaar van Barbara Oomen, voorzitter van het College van Bestuur, vind je hier.